Hoe eng is oud?

By 19 januari 2023juli 24th, 2023Columns, Medewerkers


Afgelopen december ben ik tweeënzestig geworden. Ik was nog maar nauwelijks gewend aan zestig, dat een klank- en woordbeeld heeft dat in mijn jeugdige hersenen gekoppeld werd aan ‘pensioen’, ‘oud’ en ‘bejaard’. En toen mijn moeder ruim vijfentwintig jaar geleden overleed op haar tweeënzestigste, zelfs aan ‘levenseinde’.

Maar eenmaal jarig was er eigenlijk niks aan de hand. Ik leefde nog en het voelde niet anders dan de dag ervoor. Toch houdt ouder en oud worden, oud zijn, me professioneel en privé wel bezig. In de afgelopen decennia is er maatschappelijk wel het een en ander veranderd in de beleving rond ouder worden. Waar het vroeger misschien niet leuk was maar het lot ‘ouderdom komt met gebreken’ min of meer leek te worden geaccepteerd, is dat niet meer het geval. We zijn zo oud als we ons voelen, moeten er zo lang mogelijk jong uit blijven zien en ons daarnaar gedragen en trekken liefst een of meer decennia van de kalenderleeftijd af. “Zestig is het nieuwe vijftig”, je kent dat wel.

Ikzelf ben een laatbloeier. Op mijn veertigste kwam pas de beleving dat het leven een beetje begon en vanaf mijn vijftigste voelde ik me ‘ouder’ maar vooral ‘wijzer’. Best prettig in een fase waarin veel van mijn leeftijdsgenoten aangaven zich jonger te voelen dan hun kalenderleeftijd en vooral ook als jonger gezien te willen worden. Zij vonden en vinden het fijn als de vrienden van hun kinderen hen tutoyeren of andersom juist pijnlijk als die vrienden dat niet doen. Mij lijkt het dat je daarmee het ouder worden, je senioriteit, aan het ontkennen bent. Nu vind ik het natuurlijk heel prettig als mijn fysieke en mentale gezondheid zo lang mogelijk goed blijven, ik zou gek zijn als ik er anders naar keek. Maar betekent dat ook automatisch dat ik weerstand tegen ouder worden zou hebben?

Ik stuitte op een onderzoek uit 2019 van de Leyden Academy on Vitality and Ageing. En las dat wereldwijd de beeldvorming rondom ouderen negatiever wordt. Ouderen worden weliswaar als wijs gezien, maar in sterkere mate als een belasting voor de maatschappij. In haar TED-talk over het thema ageism, globaal te vertalen als leeftijdsdiscriminatie, verbaast Ashton Applewhite zich erover dat als mensen ageism vertonen ten opzichte van ouderen, zij zich eigenlijk ook tegen zichzelf keren. Want één ding is zeker: zolang je leeft, word je ouder. Zij vindt ook: “Generalizations about the capacities of older people are no more acceptable than racial or gender stereotypes. Period”. Paradoxaal genoeg discrimineren ouderen ook zichzelf op grond van hun eigen leeftijd. Volgens Applewhite omdat zij hun hele leven zijn bestookt met negatieve boodschappen over ouder worden die nooit ter discussie werden gesteld.

We discrimineren ouderen, inclusief onszelf, en negeren ons eigen ouder worden als een taboe. Zouden we ageism niet explicieter moeten benoemen en uitdagen om ons bewust te worden waar de weerstand zijn oorsprong vindt?

Pieter le RütteBegeleidingskundige

Ouderen discrimineren ook zichzelf op grond van hun leeftijd

Hoewel Applewhite wel zeer activistisch is, bevestigt haar verhaal mijn ervaring dat negatieve beeldvorming over ouderen en ouder worden sterk geïnternaliseerd is in onze maatschappij. Al schrijvend en denkend constateer ik dat dit – dus – ook in mijzelf aanwezig is. Ageism is niet altijd en misschien wel meestal níet bewust. Ik denk aan een vriend die ouderen in een zorginstelling, die in leeftijd niet eens zoveel van hem verschillen, altijd blijmoedig ‘ouwetjes’ noemt. Ik denk aan bedrijven waar jongere marketeers geen onderscheid maken tussen vijftigers en tachtigers, terwijl de diversiteit binnen de groep ouderen juist heel groot is. Ik denk aan de communicatie over de vergrijzing die consequent, misschien niet helemaal onterecht, een last wordt genoemd. Ik denk aan de overtuiging van nogal wat mensen die zeggen liever dood te willen zijn dan naar een verpleeghuis te gaan. Ik denk aan geneeskunde- en verpleegkundestudenten voor wie de motivatie om in de ouderenzorg te gaan werken voorzichtig gezegd niet groot is.

We discrimineren ouderen, inclusief onszelf, en negeren ons eigen ouder worden als een taboe. Zouden we ageism niet explicieter moeten benoemen en uitdagen om ons bewust te worden waar de weerstand zijn oorsprong vindt? Dat geldt overigens wat mij betreft ook voor andere vormen van discriminatie. Alleen maar roepen dat het niet mag en dat we het anders moeten zien, is onvoldoende. Laten we ook eens bij onszelf te rade gaan wat het eigenlijk is, waar het vandaan komt en wát we dan eigenlijk moeten veranderen. Veranderen is moeilijk, zeker als het thema in de taboesfeer zit en je dus ongemak gaat tegenkomen.

Laten we het beest in de bek kijken

Misschien moeten we naast het signaleren en veroordelen van leeftijdsdiscriminatie ook wat zelfreflectie en niet te vergeten zelfcompassie opbrengen voor hoe lastig dit proces is. Maar dat betekent niet dat we het niet moeten doen. Iedereen wordt ouder en iemand die iets van ouderenzorg vindt, heeft het dan ook over haar, zijn of hun eigen toekomst. Dus laten we als werkers in de ouderenzorg dan ook niet alleen vertellen hoe mooi ons vak is en met dat argument mensen oproepen aan te sluiten. Laten we de weerstand erkennen, ‘het beest in de bek kijken’ en in gesprek gaan over wat er nou eigenlijk eng is aan ‘oud’.

Column door: P.E. le Rütte (Pieter), begeleidingskundige/adviseur bij ZBVO. Hij was jarenlang beleidsadviseur bij de beroepsvereniging van specialisten ouderengeneeskunde, Verenso. Pieter helpt nu vakgroepen in de ouderenzorg/ouderengeneeskunde een passende werkwijze te realiseren door ze te prikkelen en te bevragen zodat de professionals hun werk beter en met meer plezier kunnen doen. Wil je daar meer over weten? Kijk dan hier.

Wil je op de hoogte gehouden worden als er een nieuwe column uit komt? Schrijf je dan in voor de ZBVO nieuwsbrief!