
Eigenlijk wilde ik het hebben over het thema duurzaamheid. Maar er is iets wat me tegenhoudt. Is het wat ik al googelend tegenkwam: “Duurzaamheid is dé megatrend voor de komende decennia”? En speelt hier mijn allergie op voor modeverschijnselen?
Ik kan er opstandig van worden als een thema waarvan ik de waarde zie een modieus en trendy imago krijgt. En als het bijpassend jargon te pas en te onpas opduikt bij politiek, overheid, media, organisaties, cultuur, sport en uiteraard borreltafels. Die opstandigheid lijkt wel iets eigenzinnigs in zich te hebben, maar het zou ook minder stoer kunnen zijn. Waarschijnlijk is het omdat ik gewoon meer tijd nodig heb, ook omdat ik van de nuance ben. Ik zie veel kanten van een vraagstuk en vertrouw snelle en simpele duidingen en voorgebakken oplossingen niet zo. Ik zie er meer in om zaken beter te uit te zoeken en te overdenken voor een betere analyse en een effectievere aanpak. Met duurzaamheid als vraagstuk ervaar ik eenzelfde worsteling als met thema’s als ‘inclusiviteit’ of ‘voltooid leven’. Wat hebben deze onderwerpen gemeen? Schijnbaar zijn ze niet verwant, maar een overeenkomst zit volgens mij in hun complexiteit. En van een oppervlakkige benadering van zo’n onderwerp al dan niet gecombineerd met het willen scoren met zo’n thema, krijg ik jeuk.
Duurzaamheid wordt vooral geassocieerd met ecologie, maar heeft veel meer kanten. Uit het ‘Brundtland-rapport’ (‘Our common future’, 1987) van de VN komt de definitie “Sustainability means meeting our own needs without compromising the ability of future generations to meet their own needs” Een aanvulling op deze mooie maar wel wat algemene definitie is dat duurzaamheid behalve over ecologie ook over economie en sociale samenhang gaat. In 2015 heeft de VN ‘Transforming our world: the 2030 Agenda for Sustainable Development’ ontwikkeld. Daarin zijn zeventien doelen opgenomen over armoede, vrede, gelijkheid, werk en economie, energie en nog twaalf andere onderwerpen. Zoek maar eens op ‘SDG’.
”Duurzaamheid gaat ook over economie en sociale samenhang.
Pieter le RütteBegeleidingskundige
Tegen de relevantie van deze zeventien doelstellingen is weinig in te brengen, maar ze omvatten samen zoveel aspecten en knelpunten in onze wereldwijde samenleving dat de opdracht daarmee wel heel ingewikkeld wordt. Het herformuleren van deze duurzaamheidsdoelen voor gebruik op nationaal niveau, het opnemen hiervan in beleid en het rapporteren over de voortgang, is een industrie op zich. Er wordt zoveel gezegd en geschreven over duurzaamheid dat ik me zorgen maak over hoeveel er doordringt van wat er al bedacht is over dit complexe thema. In deze polariserende samenleving is het ook interessant hoe we komen tot eenduidigheid, prioriteiten en consensus over een effectieve aanpak, wat mij betreft graag via dialoog. Dat is natuurlijk gemakkelijker op deelthema’s, al draagt dat het risico in zich van het te veel versimpelen van de werkelijkheid. Zoals eerder gezegd, ben ik van de nuance en dat maakt het leven niet altijd makkelijker. Maar me opstandig afzijdig houden, is echt geen optie. Dus als ik toch zou moeten kiezen?
Jacqueline de Groot, voorzitter van Verenso, zei onlangs “Duurzaamheid is voor iedereen in Nederland een belangrijk thema. Daarom kozen we als thema voor ons congres ‘duurzame ouderengeneeskunde’. In de brede zin van het woord. Van groene zorg tot duurzaam inzetbare dokters. Want zonder dokters, geen (duurzame) zorg.” Met dat in het achterhoofd zou ik met mijn (organisatie)begeleidingsbril kiezen voor duurzame inzetbaarheid van zorgprofessionals als deelthema. Duurzaam betekent dan gericht op de lange termijn waarbij er aandacht is voor betrokkenheid, waardering, vitaliteit, groei en ontwikkeling, zowel op individueel als op groepsniveau.
Het is niet vanzelfsprekend dat professionals en de leiding elkaar verstaan.
Vanuit mijn perspectief vraag ik bij het werken aan duurzame inzetbaarheid en duurzaam werkgeverschap expliciet aandacht voor het spanningsveld tussen de ‘leefwereld’ en de ‘systeemwereld’ (Habermas, 1987, hetzelfde jaar als het Brundtland-rapport). Dit spanningsveld wordt mede veroorzaakt door verschillen in perspectieven en belangen tussen de diverse lagen in een organisatie. Het is niet vanzelfsprekend dat zorgprofessionals en de leiding van een (zorg)organisatie elkaar verstaan.
Wát als dokters en hun bestuurders zich sterker bewuster zouden zijn van die dynamiek. En als zij dan gezamenlijk op inhoudelijk maar zeker ook op ‘metaniveau’ een vertaling zouden maken? Daarvoor moet je dan wel om de tafel. Zo’n inspanning levert in mijn overtuiging duurzaam wat op. En hopelijk wordt dat dan een metatrend. Of zelfs een megatrend.
Column door: P.E. le Rütte (Pieter), begeleidingskundige/adviseur bij ZBVO. Hij was jarenlang beleidsadviseur bij de beroepsvereniging van specialisten ouderengeneeskunde, Verenso. Pieter helpt nu vakgroepen in de ouderenzorg/ouderengeneeskunde een passende werkwijze te realiseren door ze te prikkelen en te bevragen zodat de professionals hun werk beter en met meer plezier kunnen doen. Wil je daar meer over weten? Kijk dan hier.